Volksopvoeding tot 1914

Beschavingsoffensief van de burgerlijke elite

Als sinds de vroege jaren van de 19de eeuw wilden veel europeanen uit de burgelijke elite arbeiders en andere leden van de lagere klassen een beschaafdere levenswijze aanleren. Onder leiding van eerst progressieve liberalen en later ook socialisten kwam men steeds meer tot de conclusie dat de hele maatschappij hierbij gebaat zou zijn. Dankzij de verstedelijking groeide de stadsbevolking immers rap en een significant gedeelte daarvan was ernstig aan het verpauperen. Dat was niet alleen vervelend voor die mensen zelf, maar ook voor de nette burgers van de stad, die steeds meer last kregen van de beperkte hygiène van deze minderbedeelden en van wat zij als asociaal gedrag plachtten te typeren.


 

Het Paleis voor Volksvlijt aan de Sarphatistraat te Amsterdam. Ansichtkaart uit +/- 1900. Dit gebouw was het trotse centrum van de Nederlandse kunstnijverheid en burgerlijke beschaving.

 

Progressieve liberalen en de heropvoeding

Liberalisme is een van de politieke stromingen die in de 19de eeuw opkwam. Al vrij vroeg onderscheidde daarbij progressief ingestelde liberalen zich van meer conservatieve collega's. Eén van de thema's waarvoor de progressieve liberalen zich al vroeg sterk maakten was het idee om de arme onderklasse, die veelal in abominabele omstandigheden leefde, te verheffen. Zij geloofden dat met de juiste heropvoeding van de arbeiders aan alle wantoestanden een einde kon worden gemaakt en dat dit uiteindelijk in ieders voordeel zou zijn.

Deze mening werd niet gedeeld door conservatieve liberalen en andere conservatieve politici en hoogwaardigheidsbekleders. Zij geloofden dat de orde der dingen was zoals God dat had bepaald. Dat betekende kortweg dat het de arbeiders hun lot was om in armzalige omstandigheden te moeten werken en zwoegen voor de uitverkorenen die wél succes, rijkdom en geluk troffen in het leven.

Dat was overigens een zienswijze die van oudsher samenging met het calvinisme. Het is ook de reden waarom veel calvinisten erg gedreven waren (en zijn) om succes te boeken in de maatschappij, ondanks het feit dat ze geacht werden sober te leven. Succes hebben stond echter gelijk aan uitverkoren zijn door God en daarom wilde men het toch graag hebben. In ieder geval was het binnen dit wereldbeeld duidelijk niet de bedoeling om jezelf actief moeite te doen om de armen uit hun situatie te verlossen. 

 

 

William Balfour Ker - Illustratie over het gat tussen arm en rijk uit het boek The Silent War van John Ames Mitchell uit 1906.

 

Progressieve liberalen waren de eersten die van dat idee weg stapten, zonder nu meteen socialistische of communistische ideeën aan te hangen. Het was hun niet zozeer te doen om solidariteit te tonen met diegenen die het slecht hadden getroffen, maar veeleer om het bestrijden van de aanwassende verpaupering in de steden en de negatieve gevolgen die dat uiteindelijk voor alle stadsbewoners zou hebben. Zij zagen dat zaken als slechte hygiëne, verwaarlozing van huizen en kinderen en kwalijk gedrag (b.v. openbare dronkenschap) zich als een olievlek over de stad zou uitbreiden als er niets aan werd gedaan.

Afgezien daarvan waren het vaak idealistische personen die overtuigd waren van het feit dat ze de situatie een positieve wending konden geven, zodat iedereen er uiteindelijk beter van zou worden. Ze kwamen met plannen waarin woorden als beschaving en opvoeding een centrale rol speelden. Door het volk te leren hoeveel beter en fijner het was om een fatsoenlijk en beschaafd leven te leiden, zou het gedrag van deze mensen vanzelf wijzigen. En als gevolg van die gedragsverandering zouden de leefomstandigheden van de arbeiders ook vanzelf verbeteren. Alles bij elkaar was dat natuurlijk een betuttelende insteek, maar de progressieve liberalen meenden het goed. Ze geloofden werkelijk dat de beschaving iedereen tot een gelukkiger mens zou maken.

 

Volksopvoeding in Europa en Nederland

In Europa speelde het idee van de volksopvoeding vanwege de verstandhouding tussen burgerlijkheid, calvinisme en liberalisme veel meer in noordelijke protestantse landen dan in zuidelijke katholieke landen. Groot-Brittannië, Duitsland en zeker ook de Skandinavische landen liepen voorop met plannen ter veredeling van de bevolking.

Nederland, van oudsher het meest burgerlijke en liberale land van Europa, deed voor deze landen uiteraard niet onder en toonde zich erg initiatiefrijk. Alle op deze site besproken onderwerpen binnen het kader van de volksopvoeding gaan dan ook op voor Nederland. Vaker zijn ze zelfs specifiek op Nederland van toepassing. Dat komt ook omdat de beschikbare informatie over dit onderwerp verrassend vaak op Nederland is toegespitst.  

 

Charles Edmund Brock - Oliver Twist en Mr. Bumble.  Aquarel naar een scene uit Oliver Twist (1837-1839) van overtuigd volksopvoeder Charles Dickens. Datum afbeelding onbekend. Dickens schreef dit boek over een arme weesjongen expliciet als protest tegen wantoestanden in de Victoriaanse maatschappij en de manier waarop met armen en speciaal arme kinderen werd omgegaan. 

 

Na 1890: socialisten sluiten zich aan bij de missie

Tegen het einde van de negentiende eeuw krijgt het socialisme steeds meer vaste grond onder de voeten, zowel in Nederland als in de rest van Europa. Vaak betreft het echter zogeheten salonsocialisten, idealistische theoretici die dromen van een klassenloze maatschappij. Zij hebben veel solidariteit met de arbeider, maar zijn er zelf geen. 

Deze eerste generatie hoogopgeleide socialisten zal zich van harte aansluiten bij het idee van de volksopvoeding van arbeiders en zullen ook initiatieven nemen om het tot stand te brengen. Zij proberen dat wel iets minder betuttelend te doen dan de progressieve liberalen deden. Een poging die soms wel en soms niet slaagt.

 

De uitvoering van het beschavingsoffensief

Het idee voor volksopvoeding bestond al sinds het begin van de 19de eeuw en kreeg gedurende de eeuw steeds meer vorm. Vanaf 1870 wordt de uitvoering van het beschavingsoffensief echter veel concreter en in de jaren die volgen worden tal van initiatieven opgestart. Daarbij werden de volgende zaken van groot belang geacht:

  • Betere werkomstandigheden. Van ernstig onderdrukte en uitgebuite werknemers kun je niet verwachten dat ze welwillend en blij hun steentje bijdragen aan een soepel draaiende maatschappij waarin alleen anderen profiteren van de gedane arbeid. Daarom ging men zich hard maken voor betere werkomstandigheden als kortere werkdagen en meer vrije tijd. 
  • Betere scholing. De opvoeding begint, zo moge duidelijk zijn, bij het kind. Waar kon men dan ook beter beginnen met het aanleren van beschaafd gedrag dan op school. In veel landen ging het bestaande, doorgaans nogal elitaire schoolsysteem dan ook op de schop om het veel breder toegankelijk te maken. 

 

Max Silbert - Zangles op de kinderschool in Holland, 1907. Gemengde klassen waren in deze tijd nog zeker geen gewoonte.

 
  • Betere huisvesting. De woonomstandigheden van veel arbeiders waren erbarmelijk. Men woonde met grote aantallen mensen in kleine, onderkomen woningen. Dat het onder dergelijke omstandigheden niet mogelijk was om een 'net' huishouden te voeren, werd langzaam maar zeker begrepen in elitaire kringen. Het bouwen van fatsoenlijke arbeiderswoningen kreeg een plaats op de sociale agenda. Het bleef echter niet bij huizenbouw alleen. Ook over de inrichting van deze huizen was het nodige te doen, want die moest de kant van de 'goede smaak' worden opgestuurd. Architecten besteedden dan ook veel aandacht aan zowel de binnen- als buitenkant van de door hun ontworpen arbeiderswoningen. In Nederland werd dat bijvoorbeeld in hoge mate gedaan door de architecten van de Amsterdamse School.
  • Een 'terug naar de natuur' beweging. Vanuit Engeland verspreidde zich het idee dat het gebrek aan beschaving bij veel stadsbewoners mede kwam doordat ze waren losgekoppeld van de natuur. Vooral het gebrekkige besef van hygiène werd hier vaak aan toegeschreven. Men raakte ervan overtuigd dat als de minderbedeelde stedeling weer vaker in contact zou komen met dingen uit de natuur, deze zich meteen een stuk beschaafder zou gaan gedragen. Het gevolg was de opkomst van tuinsteden, volkstuintjes, kamerplanten en korte tripjes naar de zee of het platteland.
  • Culturele opvoeding. Ook op cultureel gebied moest de laaggeschoolde medemens worden opgevoed, want wat zou er nu een groter effect op goed gedrag kunnen hebben dan begrip van schoonheid in de kunst. Dat idee kreeg op verschillende manieren vorm, zoals het organiseren van laagdrempelige tentoonstellingen en cursussen waar mensen zelf kunstnijverheid konden leren maken. Dit alles vaak georganiseerd vanuit de hoek van Art Nouveau en Jugendstil kunstenaars, die vanuit een socialistische inborst en een voorliefde voor eenvoudige kunstnijverheid zich vaak interesseerden voor het beschavingsoffensief. Daarnaast was het oprichten van openbare leeszalen en bibliotheken een belangrijk speerpunt op dit gebied.  

 

 

Étienne Moreau-Nélaton - Expositie van 'Les Arts de la Femme' (De kunst van vrouwen). 1895 (naar eerdere versie uit 1892). Art Nouveau poster voor een tentoonstelling van toegepaste decoratieve kunst gemaakt door 'gewone' vrouwen.

 

Het effect van de volksopvoeding 

Hoeveel succes de heropvoeders met al hun initiatieven hebben gehad, is tot dusver onduidelijk. Wel is het zo dat in het kader van dit programma veel zaken daadwerkelijk zijn verbeterd voor een groot aantal mensen. Het beschavingsoffensief was noch een doorslaand succes, noch een mislukking.

 

 

Bronnen

  • Ploeg van der R., Zinkstok R. - 'Wij zijn allen werklieden. De opkomst van de moderne arbeidsmoraal in Nederland in de negentiende eeuw.' Baarn 1986
  • Krusemeijer J. e.a. - ' Tussen opvoeding en liefhebberij. De ontwikkeling van de kamerplantcultuur in Nederland (1850-1940).'  In: I. Stroucken red. - 'Geschiedenis van de kamerplant.' Utrecht 1991
  • Kuyper de D. - 'Goed wonen met kamerplanten.' In: I. Stroucken red. - 'Geschiedenis van de kamerplant.' Utrecht 1991
  • Blom Ph. - 'De duizelingwekkende jaren. Europa 1900-1914. ' Amsterdam 2010
  • Wikipedia (nl.wikipedia.org) - 'Oliver Twist' (23-5-2019)

Afbeeldingen

  • Wikimedia Commons (commons.wikimedia.org)

 

Deze pagina is gepubliceerd op 14 november 2011 en het laatst bijgewerkt op 24 mei 2019.