NB: Voor het goed begrijpen van dit artikel kan het nuttig zijn om eerst het introductieartikel over sport en spel te lezen, maar het is niet noodzakelijk.

Publieksspelen tot 1896

Op weg naar de moderne Olympische Spelen

Het concept 'Spelen' in de vorm van sportieve en soms ook culturele competities die voor publiek worden gehouden, is stokoud. Al sinds de vroege oudheid worden Spelen als evenementen of festival georganiseerd, waarvan sommigen nog steeds of weer bestaan. In de loop van de 19de eeuw beleefden dergelijke publieksspelen zelfs een opvallende revival en kwamen er steeds meer bij. Op het moment dat de eerste moderne, internationale Olympische Spelen in 1896 van start gingen in Athene was dat dan ook eerder de feestelijke bekroning van een ontwikkeling die al langer gaande was, dan een totale nieuwigheid.


Atleten staan aan de start voor de 100 meter sprint tijdens de Olympische Spelen in Athene in 1896. (fotochroom, ansichtkaart, cropped). 

 

Wat bedoelen we met Spelen?

Het woord Spelen, in het Engels Games, is niet erg onderscheidend en kan meerdere dingen betekenen. Het werd en wordt echter ook gebruikt om een evenement mee aan te duiden waarbij competities in diverse onderdelen worden gehouden voor een grote groep toeschouwers. Vandaar dat het woord publieksspelen een goed synoniem kan zijn, al staat het niet in de Van Dale.

De competities op deze Spelen zijn vaak van fysieke aard, maar niet altijd. Bij tal van evenementen waren er ook wedstrijden in denksporten als schaken en kaarten, muziek en dans of beeldende kunsten. Baron Pierre de Coubertin, grote man achter onze Olympische Spelen, won zelf bijvoorbeeld ooit een gouden medaille op het onderdeel 'essay schrijven'. Niet zelden gingen Spelen ook samen met grote tentoonstellingen.

Sommige Spelen zoals de Schotse Highland Games zijn expliciet van folkloristische aard, andere zijn juist breed internationaal georiënteerd. Wat alle Spelen gemeen hebben is dat zowel deelnemers als toeschouwers in een feestelijke en broederlijke sfeer samenkomen, vaak begeleidt door muziek en al zeker voorzien van een hapje en een drankje. Daarmee kun je ze echt festivals of evenementen noemen.

Om begripsverwarring te voorkomen zal op deze website het woord Spelen consequent met hoofdletter worden geschreven als er zo’n evenement mee wordt bedoeld, hoewel daar geen officiële regel voor bestaat. 

 

Poster voor een Frans-Britse tentoonstelling tijdens de Olympische Spelen van 1908 in Londen.

 

De vroegste Spelen

Wat de oudste officieuze Spelen uit de geschiedenis zijn is niet bekend. Waarschijnlijk hielden de Feniciërs al vroeg publieksspelen, maar over dat zeevarende volk is jammerlijk weinig bekend. Ook Hawaï heeft naar verluid een zeer oude traditie op dit gebied. Oeroud zijn in ieder geval de Tailteann Games die al zeker sinds 632 v. Chr. in Ierland werden gehouden, maar waarschijnlijk nog veel eerder, mogelijk zelfs zo’n tweeduizend jaar. Deze Spelen waren lijkspelen ter ere van de overledenen, zoals veel andere Spelen in klassiek Europa ook waren.

De officieel oudste Spelen komen op naam van de Grieken, wat zij te danken hebben aan hun gewoonte dingen vast te leggen in annalen. Hun Olympische Spelen waren de eerste sportwedstrijden waarover dingen zijn opgetekend en daarom houdt men dat aan als de eerste echte Spelen uit de geschiedenis.

De allereerste officiële editie vond plaats in het jaar 776 v. Chr.. Hoewel in meervoud geschreven bestonden deze Spelen uit een enkele hardloopwedstrijd van één maal de lengte van het Olympisch stadion. Dat was zo’n 192 meter lang, waardoor deze wedstrijd een stadion werd genoemd. Slechts één lange sprint dus, die ideaal zou zijn geweest voor Usain Bolt, maar destijds werd gewonnen voor de Griek Coroebus, die net zo legendarisch werd onder zijn volksgenoten als zijn latere Jamaicaanse opvolger.

Deze Olympische Spelen waren het begin van een traditioneel vierjaarlijks evenement dat steeds meer programmaonderdelen kreeg en meer dan duizend jaar lang stand zou houden. In 393 na Chr. kwam er een einde aan toen de katholieke, Romeinse keizer Theodosius de in zijn ogen heidense Spelen besloot af te schaffen. Dat kon hij doen omdat Griekenland toen een Romeinse provincie was.

 

Walter Crane - Illustratie van de allereerste Olympische hardloopwedstrijd voor het boek: Mary McGregor - The story of Greece: Told to boys and girls, 1914 (cropped). Op de voorgrond staat een vrouwelijke toeschouwer met een kind op de arm, maar getrouwde vrouwen was het ten strengste verboden het stadion te betreden, alleen ongetrouwde maagden mochten naar binnen. De lendendoeken die de atleten dragen kloppen hier wel nog. Later zouden Griekse atleten helemaal bloot gaan sporten.

 

Spelen bij de oude Grieken

De Grieken organiseerden meer publieksspelen dan de Olympische, want zij geloofden sterk in het idee van een gezonde geest in een gezond lichaam. In principe waren er drie verschillende typen Spelen. In volgorde van belangrijkheid waren dat:

  • Religieus getinte sportevenementen ter ere van een bepaalde god of godin.
  • Lijkspelen, die (grofweg als bij de Ieren) werden georganiseerd ter nagedachtenis van een goede vriend of gesneuvelde held. Ons klinkt dat te feestelijk in de oren, maar in de oudheid zagen mensen hierin een waardige manier om mensen de laatste eer te bewijzen.
  • Commerciële sportfestivals waar beroemde atleten hun roem uitbetaald kregen.

De religieuze Spelen stonden duidelijk het hoogst aangeschreven en gingen voor alle andere. Erg bekend waren bijvoorbeeld de Pan-Atheense Spelen die in Athene werden gehouden ter ere van de godin Athene. Nog beroemder waren de vier grootste Spelen die samen als de Panhelleense Spelen of kroonspelen werden aangeduid. Deze waren zodanig geprogrammeerd dat ze niet tegelijkertijd plaatsvonden en atleten aan alle vier mee konden doen. Het betrof:

  • De Olympische Spelen ter ere van Zeus in Olympia, om de vier jaar.
  • De Pythische Spelen ter ere van Apollo in Delphi, om de vier jaar.
  • De Nemeïsche Spelen ter ere van Zeus in Nemea, om de twee jaar.
  • De Ishtmische Spelen (ishtmos=landengte) ter ere van Poseidon in Korinthe, om de twee jaar.

Populaire programmaonderdelen bij al deze Spelen waren onder andere: hardloopwedstrijden, wagenrennen en worstelen.

 

Griekse sprinters naar een afbeelding op Griekse amfora gemaakt ter ere van de Pan-Atheense Spelen.

 

Brood en Spelen bij de Romeinen

De Romeinen zouden zich lange tijd ook interesseren voor Spelen. Dat begon met de Griekse Olympische Spelen zelf, waar keizer Nero tenslotte zelf meedeed aan de wagenrennen. Erg tevreden kwam hij echter niet thuis (hij was gediskwalificeerd), met als gevolg dat de Romeinen meer vergelijkbare festivals gingen organiseren voor hun eigen goden. Zo waren er bijvoorbeeld de wulpse Floralia voor de bloemengodin Flora. Vanzelfsprekend werden er ook lijkspelen in het Romeinse Rijk gehouden.

Geleidelijk aan groeiden de Romeinen echter toe naar een eigen soort van Spelen met gladiatoren in grote arena’s en wagenrennen in speciale stadions als het Circus Maximus waar 250.000 toeschouwers in pasten. Dit alles stond in het kader van het Romeinse adagium brood en spelen (panem et circenses), wat wilde zeggen dat je de gunst van het volk kunt winnen als je het maar voedsel en vermaak biedt.

 

Raffaello Sorbi - Wagenrace in het Circus Maximus, 1894.

 

Middeleeuwse pauze?

Vaak worden de middeleeuwen weggezet als een tijdperk zonder Spelen omdat er nooit iets is georganiseerd dat op de klassieke Olympische Spelen leek. Het idee werd ook sterk ontmoedigd door strenge geestelijken, die niets van sport en spel moesten hebben.

Toch is het duidelijk dat men niet werkelijk alle Spelen de kop in wist te drukken. Zo kun je middeleeuwse riddertoernooien ook als een soort van Spelen zien. In principe voldoen ze aan de omschrijving: er waren verschillende spelonderdelen, het zag er veelal zwart van de toeschouwers, er was muzikale begeleiding en je kon er volop eten en drinken kopen. Omdat een ridder iets anders is dan een atleet en een steekgevecht iets anders dan een worstelpartij, kun je ook zeggen van niet.

Afgezien hiervan zijn er wel Spelen waarvan de oorsprong mogelijk in het hart van de middeleeuwen ligt, al weet men dat niet zeker. Zo stammen vroege versies van de Schotse Highland Games mogelijk al uit de 11de eeuw en lijken de Vikingen nog eerder hun eigen Spelen te hebben gehad. Wedstrijden in hardlopen en boogschieten waren sowieso vrij populair in de middeleeuwen en op minder christelijk geïnspireerde plaatsen kon daar best een festival omheen worden gebouwd.

Hoe dan ook, de klassieke Olympische Spelen zijn nooit vergeten. In literatuur werd er bijvoorbeeld nog vaak aan gerefereerd en er zijn schilderijen rond het thema gemaakt.

 

Zygmunt Ajdukiewicz - Riddertoernooi, 1912. 

 

Spelen tussen 1500 en 1850

Niet alleen de middeleeuwen maar ook de tijd daarna wordt gerekend tot het zogeheten Olympisch Interbellum, de periode tussen het einde van de klassieke Spelen in 393 en het begin van de moderne Spelen in 1896. Op die term valt echter het nodige af te dingen. Het woord interbellum betekent letterlijk 'tussen twee oorlogen' en lijkt daarmee ongepast, maar daarnaast was van een complete olympische afwezigheid geen sprake. Tussen 1500 en 1850 doken er steeds weer evenementen op die min of meer waren geïnspireerd op de klassieke Olympische Spelen. Voorbeelden daarvan zijn:

  • Gog Magog Games (16de en 17de eeuw). Deze werden op de Gog Mahog heuvels buiten Cambridge gehouden, maar het is niet bekend sinds wanneer precies. In 1574 vaardigde de universiteit in ieder geval een edict uit dat studenten niet mee mochten doen aan deze verderfelijke Spelen, al zal dat op veel studenten weinig indruk hebben gemaakt. Ergens voor 1620 ging men ook spreken van de Gog Magog Olympiks.
  • Cotswold Olympick Games (sinds 1612 met intervallen). Deze werden en worden in principe jaarlijks gehouden in Cipping Camden, een marktstadje in de Cotswold, een heuvelrug in Gloucestershire. Op de top van de heuvel ligt de locatie: een natuurlijk amfitheater. De eerste aflevering werd in 1612 georganiseerd door de plaatselijke advocaat en schrijver Robert Dover (1575/82- 1652) die in Cambridge had gestudeerd en bekend was met de Gog Magog Games. In latere jaren zakte de reputatie van deze Spelen tot een bedenkelijk niveau. Toch bestaan ze nog steeds, of liever gezegd weer, want ze hebben gedurende verschillende tijdsperiodes plaatsgevonden met grote intervallen daar tussenin.

 

Oude houstnede van de Cotswold Games. Gepubliceerd als de cover van het boek Annalia Dubrensia in 1636. De man voor op het paard is vermoedelijk Robert Dover.

 

  • Drehberg Olympische Spelen (1776-2003 met intervallen). Opgericht door hertog prins Leopold III Friedrich Franz von Anhalt-Dessau (1740-1817), vorst van het kleine Duitse vorstendom Anhalt-Dessau. Hij was al vroeg geïnteresseerd in archeologie, speciaal die van het oude Rome. Geïnspireerd op klassieke lijkspelen in Rome wilde hij zijn bevolking ook laten genieten van sportwedstrijden en hun de kans bieden op lichamelijke oefening. Op een heuvel tussen Dessau en Worlitz liet hij daartoe een complex bouwen, de Drehberg, waar hij behalve een aantal faciliteiten voor dans en hardloopwedstrijden ook zijn eigen grafkelder liet verwezenlijken. Dat wil zeggen, voor hem én zijn vrouw prinses Louise, die nauw betrokken was bij de organisatie. Op deze Spelen vonden dan ook hardloopwedstrijden voor vrouwen plaats evenals bepaalde handwerkactiviteiten.
  • Moderne Highland Games ( sinds 1781). De oorsprong van de Highland Games ligt, zoals eerder vermeld, al in de 11de eeuw, toen ze onderdeel uitmaakten van jaarlijkse clanbijeenkomsten. Na een Schotse opstand in 1745 werden de Spelen samen met andere Schotse gebruiken door de Britse regering bij wet verboden. In 1781 werd dat verbod opgeheven en begonnen de Highland Games in het plaatsje Falkirk aan een tweede leven. Daarbij kregen ze rond 1850 een geheel nieuwe, modernere opzet onder leiding van niemand minder dan Sir Walter Scott (1771-1832) zelf. Ondertussen verspreiden deze Spelen zich met Schotse immigranten naar andere delen van de wereld, zoals de VS en Australië en werden ze meer dan waar ook populair in Canada.   
  • Münchener Oktoberfeesten (sinds 1810). Beieren werd in 1806 een zelfstandig koninkrijk met de voormalig keurvorst Maximiliaan als koning en München als hoofdstad. Het jonge koninkrijk moest echter nog een eigen identiteit ontwikkelen. Daarom werd in 1810 de bruiloft van kroonprins Lodewijk uitgebreid gevierd met een tiendaags festival in oktober, met als hoogtepunt een paardenrace. Er was  natuurlijk ook muziek en dans en eten en drinken. Hierna wilden mensen de oktoberfeesten graag behouden. Aangezien Beieren wel een economische opleving in de landbouw kon gebruiken besloot men tot een gulden combinatie: de paardenraces werden voortaan gecombineerd met een landbouwtentoonstelling en een veemarkt. Vanaf 1815 werd ook het aantal sportieve activiteiten uitgebreid met onderdelen als hardlopen, zaklopen en boomklimmen voor schooljongens. Nog tot ver in de 19de eeuw bleef het principe achter de oktoberfeesten ongewijzigd. Ergens is het zichzelf echter gaan omvormen tot een folkloristisch Duits bierfeest.
  • Olympische Spelen van Ramloesa (1834,1836). In 1809 raakte Zweden zijn buur Finland kwijt aan de Russen. Daardoor ging men op zoek naar meer 'militaire kracht' voor de natie. Olympische Spelen werden gezien als een goede manier om de oorlogsbereidheid onder jongens te vergroten. Er werd een Olympische Club opgericht die de Spelen in Zweden moesten doen herleven. Als locatie koos men de paardenrenbaan van Ramloesa, een voorstad van Helsingborg. Uiteindelijk werden deze Spelen alleen in 1834 en 1836 georganiseerd, maar ze geven wel aan hoezeer het idee op sommige plaatsen wortel begon te schieten.

 

Wilhelm von Kobell - De eerste paardenrennen op de Theresienwiese in München op 17 oktober 1810. Schilderij uit 1811. 

 

Nieuwe Spelen tussen 1850-1896

De Spelen die voor 1850 werden georganiseerd maakten wel iets van naam. Ondertussen deden andere ontwikkelingen de interesse voor het organiseren van Spelen alleen maar toenemen.

Zo was de 19de eeuw rijk aan spectaculaire archeologische opgravingen, waaronder die van het complex Olympia in Griekenland. Dat deed de interesse voor de klassieke oudheid in bredere zin toenemen en die voor de Olympische Spelen in het bijzonder. Daarnaast ging men lichamelijke opvoeding, vooral voor jongens uit de hogere klassen, steeds meer waarde toekennen en raakten sport en spel uit de christelijke verdomhoek.

Lees meer over de groeiende belangstelling voor sport en spel in de 19de eeuw in het artikel Vernieuwingen sport en spel na 1850.

De ontwikkelingen hadden tot gevolg dat in de tweede helft van de eeuw een toenemend aantal evenementen werd georganiseerd die duidelijk als voorloper van de Olympische Spelen uit 1896 kunnen worden gezien. Deze vonden echter vooral plaats in de twee sportbakermatten Engeland en Griekenland.

 

Britse Spelen

De Britten waren altijd al een sportief ingesteld volk. Waarom dat zo is, zal wel nooit helemaal worden opgehelderd. Toen tijdens de 19de eeuw zowel de industriële revolutie als de kolonisatie van het Britse Rijk grootste vormen aannamen, groeide de belangstelling voor lichaamsoefening er alleen maar verder. Binnen dat kader werden er vanaf 1850 verschillende nieuwe Games georganiseerd. Officieel waren deze vaak geïnspireerd op de klassieke Olympische Spelen, maar men kan zich afvragen in hoeverre andere voorbeelden als de Tailteann Games, de Cotswald Games en de Highland Games (die allemaal nog af en aan plaatsvonden) daar ook een rol in hebben gespeeld.

Grote initiator achter deze ontwikkelingen was in ieder geval de Brit William Penny Brookes (1809-1895). Hij was huisarts in het plaatsje Much Wenlock in het graafschap Shropshire en een fervent voorstander van volksopvoeding (hij opende ook een leeszaal voor arbeiders en boeren). Het klassieke idee van een gezonde geest in een gezond lichaam was hem bovendien uit het hart gegrepen. Daarbij zag hij lichaamsopvoeding als een ideale mogelijkheid om arbeiders te ontwikkelen, wat niet gebruikelijk was voor zijn tijd. Men zag sport vooral als iets voor de elitaire mannen, waar arbeiders zich niet tussen hoorden te begeven 

Net als de meeste volksopvoeders wilde Brookes zijn ideeën niettemin in de praktijk brengen. Daarom besloot hij een eigen versie van de Olympische Spelen op te zetten in zijn woonplaats. Dat werden de Wenlock Olympian Games.

 

William Penny Brookes in 1876. De aartsvader van de olympische beweging in Europa.

 

Wenlock Olympian Games

De eerste editie van deze Spelen vond in 1850 plaats. Ze bestonden uit een mix van traditionele volksspelen en atletiek en er waren competities in voetbal, cricket en ringwerpen. De winnaars kregen geldprijzen, want arbeiders hadden waarschijnlijk weinig interesse in medailles of bekers. Al was het maar omdat ze daar de kosten van hun deelname niet van konden betalen. Toch was ook dat niet in overeenkomst met de tijdgeest, want sporters dienden zuivere amateurs te zijn.

Ondanks de ludieke onderdelen, maakten De Wenlock Games snel naam als interessant sportevenement. Al in 1852 verschenen de hardlooponderdelen op de kalender van de atletiekbond en kon de organisatie betere atleten van verder weg aantrekken. Die zouden natuurlijk wel alle prijzen winnen, waardoor men speciale onderdelen voor de lokale bevolking op het programma ging zetten. Daardoor werden deze Spelen in toenemende mate een combinatie van sportieve activiteiten op hoog niveau en folkloristische onderdelen als ringsteken te paard, kruiwagenraces en een varkensjacht. Al maakte dat in populariteit bij het publiek weinig uit: men zag beiden even graag.

Hoewel in veel opzichten een groot succes, kregen de Wenlock Games ook veel kritiek op de deelname van arbeiders en het uitloven van geldprijzen. Dat gaf duchtige tegenstanders die deze Spelen wilden boycotten. Brookes heeft daar veel mee geschipperd, waarbij hij soms toegaf aan de eisen van anderen en er soms dwars tegenin ging.

 

Voor wie denkt dat zaklopen geen serieuze sport kan zijn: bovenstaande foto is genomen tijdens de wedstrijd zaklopen tijden de Olympische Spelen van St. Louis in 1904.  

 

Navolging in Engeland

Ondanks de tegenstand kregen de Wenlock Games wel degelijk navolging in Engeland. Dat gebeurde in eerste instantie op mede-initiatief van Brooks zelf. In de jaren '60 kwam er een regionale variant van zijn ideeën met de Shropshire Olympics Games (SOG) die in 1861, 62 en 64 gehouden werden.

In 1862 vond ook de eerste editie plaats van de Liverpudlian Olympics die t/m 1867 jaarlijks werden georganiseerd, maar daarna ten onder gingen aan geldgebrek. Dit was een elitaire antwoord op de Wenlock Games; winnaars kregen alleen een medailles en er waren geen deelnemers uit lagere klassen. Tevens was de politie nauw betrokken bij de organisatie.

Dat sport wel degelijk kan verbroederen blijkt echter uit het feit dat organisator John Hulley en William Penny Brookes elkaar goed kenden en zelfs tot een gezamenlijk project kwamen. Samen met de geëmigreerde Duister Ernst Georg Ravenstein (Ernest George) van de German Gymnastics Society in Londen, richten zij de National Olympic Association (NOA) op die nationale Spelen in Engeland moest gaan organiseren.  

In 1866 vonden deze NOA Olympische Spelen voor het eerst plaats in het Crystal Palace.  Meer dan 200 atleten en 10.000 toeschouwers kwamen erop af. Op het programma stonden competities in schermen, worstelen, boksen en gymnastiek. Er waren alleen medailles om te winnen, want er mochten uitsluitend amateurs deelnemen. Daar stond echter tegenover dat deze Spelen openstonden voor deelnemers uit alle lagen van de bevolking, zolang ze maar nooit waren betaald voor hun sport. Een compromis dus, maar voor velen niet goed genoeg. Er kwamen zo’n heftige reacties en boycots van de Engelse sportelite, dat de NOA Spelen in 1868 maar weinig deelnemers had.

In 1880 werd de Amateur Athletic Association (AAA) opgericht door drie mannen uit Oxford. Daarmee werd dit de oudste nationale sportbond ter wereld, maar een bijzonder elitaire aangelegenheid was het wel. In 1883 werd in ieder geval bepaald dat leden die deelnamen aan activiteiten die niet door de bond waren goedgekeurd niet meer mochten deelnemen aan eigen activiteiten of deel uitmaken van eigen clubs. Dit betekende het einde voor de NOA.

Wel door gingen de Morpeth Olympic Games (MOP), die in 1873 van start gingen en waren opgezet door ex-worstelaar Edmund Dobson. Ze werden gehouden in het plaatsje Morpeth, de hoofdstad van Northumberland. Deze Spelen waren, fier tegen de gebruiken in, expliciet bedoeld voor professionals die er mooie geldprijzen konden winnen. Dat het publiek daar niet zo mee zat als de Britse toplaag, die de MOP uiteraard verafschuwden, bleek uit de groeiende populariteit van dit evenement waar in 1890 wel 17.000 toeschouwers op afkwamen. Deze Spelen zouden pas in 1958 hun laatste editie beleven.

 

Panagiotis Soutsos (houtsnede uit 1873) en Evangelos Zappas in 1859 (maker portret onbekend).

 

Zappas Olympische Spelen in Griekenland

In 1833 schrijft de Griekse romanticus Panagiotis Soutsos (1806-1863) het gedicht Dialoog van de doden waarin hij het vreedzame en glorieuze karakter van de klassieke Olympiche Spelen beschrijft en min of meer oproept de Spelen in Griekenland te laten herleven. Daarna blijft hij zich voor dat idee beijveren. In 1858 wordt er tenslotte een organisatiecomité opgericht waar zowel Panagiotis als zijn broer Alexandros deel van uitmaken. Een ander belangrijk lid was de steenrijke Griekse zakenman Evangelos Zappas (1800-1865) die bevriend was met Soutsos. Hij nam een groot deel van de financiering op zich en richtte daartoe een speciaal Olympisch trustfonds op. De bedoeling was sportieve Spelen te organiseren in combinatie met een nationale expositie voor agrarische en industriële producten. Dat niet in de laatste plaats ten gunste van de verkoop van Zappas eigen producten.

Op 25 november 1859 gingen de eerste Zappas Olympische Spelen, zoals ze kwamen te heten, van start in Athene. Het programma bestond uit een aantal atletiekonderdelen, worstelen, klimmen in een ingevette mast en askoliasmos (atleten moeten hun evenwicht zien te bewaren op een ingevette en met vloeistof gevulde dierenhuid). De bedoeling was dat het een internationale wedstrijd zou worden, maar alleen deelnemers van Griekse afkomst schreven zich in.

Griekenland bestond nog maar sinds 1832 als onafhankelijke natie, waardoor deze Spelen het eerste massale evenement in de nog jonge Griekse geschiedenis waren. Daardoor hadden de Grieken er veel belangstelling voor, maar helaas bleek de organisatie door onervarenheid verre van feilloos. Veel toeschouwers konden niets zien, spelregels waren vaak onduidelijk en het novemberweer was ook niet ideaal.

Uiteindelijk waren deze Spelen meer spel dan sport en trokken ze vooral gelegenheidsatleten die op het prijzengeld afkwamen. Die waren wel, net als bij de Wenlock Games, afkomstig uit alle sociale klassen. Er was ook contact geweest met William Penny Brookes en deze had zelfs een prijs beschikbaar gesteld.

 

Toegangskaartje voor de Zappas Spelen van 1859.

 

De jaren na deze eerste editie kenden veel onrust. De Griekse Koning Otto (een fervent voorstander) moest aftreden en zowel Panagiotis en Alexandros Soutsos als Evangelos Zappas kwamen te overlijden. Die laatste liet echter een enorme erfenis achter die hij gebruikt wilde zien voor de grote droom: het vierjaarlijks organiseren van de Olympische Spelen in Athene.

Dat zorgde ervoor dat in 1870 dan toch de tweede editie van de Zappas Olympische Spelen werden georganiseerd. Er waren nu ook wedstrijden in kunstonderdelen. Hoewel de Spelen toch weer in november werden gehouden en er door slecht weer een aantal onderdelen werden geannuleerd, was de organisatie van deze editie beter en succesvoller dan de vorige.

In 1873 werd er begonnen met de bouw van een groot sportcomplex ,het Zappeion, waar toekomstige onderdelen van de Spelen zouden worden gehouden. Dat was nog lang niet af, toen in 1875 de derde Zappas Spelen van start gingen. Dit in combinatie met een expositie die groter was dan enige ooit in Griekenland gehouden. Toch was de organisatie weer rommelig en kwam er de nodige kritiek op. De competities in kunst en muziek waren nog het meest succesvol, waardoor deze Spelen de geschiedenis ingingen als 'Theater-Spelen'.

Het lukte niet om de Spelen iedere vier jaar te houden, al bleven de Grieken daarnaar streven. In 1888, het jaar waarin het Zappeion eindelijk afkwam, werden de vierde en zoals later zou blijken laatste editie van de Zappas Olympische Spelen geopend. Het geld dat nog resteerde in het trustfonds zou hierna worden overgedragen aan het IC dat de eerste moderne Spelen in 1896 ging organiseren.

 

Ansichtkaart van het Zappeion in Athene rond 1910.

 

Olympische Spelen 1896

Hoewel het concept achter 'Spelen' dus stokoud is en mensen die het zich konden permitteren steeds weer manieren hebben gezocht om publieksspelen te organiseren, nemen de zaken in de 19de eeuw duidelijk een vlucht. Tegen het einde van de eeuw zou dat culmineren in de belangrijkste stap vooruit: de organisatie van de eerste moderne Olympische Spelen in Athene in 1896.  

Momenteel bestaat het beeld dat de Franse Baron Pierre de Coubertin (1863-1937) het idee volledig zelf heeft bedacht, geïnspireerd op weinig anders dan de klassieke Olympische Spelen en zonder veel voorgeschiedenis. Dat beeld klopt duidelijk niet. De Coubertin was bijvoorbeeld goed bekend met William Penny Brookes, wisselde brieven met hem uit en is zelfs een keer bij de Wenlock Games op bezoek geweest. In veel opzichten kun je zeggen dat Brookes, in de laatste decennia van de eeuw al op hoge leeftijd, het stokje van belangrijkste olympische promotor expliciet aan de nog jonge Franse baron heeft doorgegeven. Die dat overigens wel met verve op zich heeft genomen, daar niet van.

 

 

Baron Pierre de Coubertin.

 

Dat De Coubertin en het International Comité dat de Olympische Spelen in Athene organiseerde ook bekend waren met de Zappas Spelen is haast te vanzelfsprekend om te benadrukken. Tenslotte bezaten ze een deel van Zappas erfenis, gebruikten ze dezelfde locaties en waren de Grieken zelf nauw betrokken bij de organisatie van de nieuwe Spelen. Er werd dus zoveel als mogelijk voortgebouwd op de ervaring die men had opgedaan met de Zappas Spelen.

Daar komt bij dat de eerste editie van de Olympische Spelen nog lang niet waren wat ze nu zijn en absoluut niet dezelfde internationale aantrekkingskracht hadden. Er deden atleten mee uit welgeteld 14 landen (waarbij men niet zeker weet of die ene atleet uit Chili nu wel of niet aan de start is verschenen).

Daarmee waren deze Olympische Spelen wel groter en succesvoller dan alle andere Spelen tot dusver, maar was het geen verbijsterende nieuwigheid. Meer een spectaculaire nieuwe stap binnen een zich toch al voortschrijdende ontwikkeling. Weliswaar eentje die zijn belofte uiteindelijk volledig waar zou maken, maar het zou nog een halve eeuw duren voor dat definitief duidelijk werd.

Lees hier meer over de Olympische Spelen van 1896 in Athene

 

Cover van het verslag van de Olympische Spelen in Athene in 1896, vaak ook aangemerkt als poster.

 

 

Bronnen

  • Bram Brouwer – De onbekende historie van de moderne Olympische Spelen. Hoe De Coubertin de geschiedenis naar zijn hand zette. Rotterdam 2016. 2010 Uitgevers.
  • Saskia Rossi – De geschiedenis van de Olympische Spelen. Reeks: WWW-sport, spel en dans, deel 2. Arnhem 2008. Ellessy Jeugd.
  • Wikipedia Nederland (nl.wikipedia.org) – 'Panem et circenses' / 'Highland games’'
  • Wikipedia Engeland (en.wikipedia,org) – 'Tailteann Games (ancient)' / 'Gog Magog Games' / 'Robert Dover' / 'British Olympic Association' / 'Morpeth'
  • https://kunst-en-cultuur.infonu.nl/volkeren/77541-schotse-highland-games.html

Afbeeldingen

  • Afbeelding Griekse vaas: Wikimedia Commons/ Ricky Bennison
  • Overigen: Wikimedia Commons (commons.wikimedia.org)

 

Dit artikel is gepubliceerd op 23 april 2020.